Iedereen moet aan de halters

Het nut van buikspieroefeningen? Leroy Fer had de vraag nog niet gesteld of Verbeek wierp de verbaasde speler in één beweging op zijn rug. "Dáárom moet jij nou krachttraining doen," kreeg Fer, die in de jeugd nota bene ‘uitsmijter’ werd genoemd, onlangs te horen. "Jij bent zo slap als een vaatdoek en ik ben al 46 en heb maar één hand nodig om jou op de grond te krijgen." Verbeek laat zijn af en toe sceptische selectie bij voorkeur voelen wat ze fysiek tekort komen. Kan hij ook makkelijk doen, want ondanks zijn leeftijd is hij in de Kuip de sterkste van allemaal. Niet voor niets noemen de Feyenoord-spelers hem Rambo, Braveheart of Highlander. Die bijnamen zijn hem op het brede lijf geschreven. Of het nu om bankdrukken, een survival in de Alpen of het smijten van een loodzware medicinbal gaat, Verbeek is nooit te beroerd om te laten zien wat hij nog altijd in huis heeft.

Die demonstraties zijn meer dan machogedrag om zijn selectie te imponeren. Verbeek zweert zijn hele leven al bij krachttraining. Het redde zijn carrière als speler van Heerenveen. "Ik kon niet geweldig voetballen, maar was wel sterk. De mensen waren bang voor me. En ik was nooit geblesseerd."

"Als je in een fysiek sterk lichaam zit, is je geest ook een stuk relaxter," luidt zijn adagium. "Dat gaat hand in hand. Krachttraining zorgt er ook voor dat je mentaal sterker wordt. Je bent veel zelfbewuster als ze je op het veld niet meer zomaar aan de kant zetten. Dat geeft je het gevoel dat je alles aan kan."

Dat zijn rigoureuze aanpak in de conservatieve voetballerij voor fronsende wenkbrauwen zorgt, interesseert hem niets. Voetballers zijn geen liefhebbers van het krachthonk, al zullen ze hem dat nooit recht in zijn gezicht zeggen. "Iedereen moet van mij krachttraining doen. Dat is mijn filosofie. Ik zeg niet dat het dé visie is, het is een visie. Spelers moeten fysiek sterker worden. Om hoger te kunnen springen, om sneller en explosiever te zijn en meer duelkracht te ontwikkelen. Ik geloof niet dat je dat voor elkaar krijgt met alleen positiespel, een partijvorm en een afwerkvorm. Hoe je het ook wendt of keert, voetbal is een krachtsport. Als je alleen maar voetbaltraining doet, word je te eenzijdig belast, waardoor je de kans op blessures vergroot."

Ook bij Feyenoord zullen ze het krachthonk wel leren waarderen, weet Verbeek uit ervaring. "Geef mij drie maanden de tijd. Op een gegeven moment zal ik jongens zelfs moeten afremmen. Misschien is krachttraining niet het leukste, maar uiteindelijk wil je als speler doen wat goed voor je is. Gerald Sibon tekende op zijn 27ste bij Heerenveen en dacht toen dat het op zijn 31ste mooi was geweest. Nu is hij 34 en doet hij mee aan de Olympische Spelen. Ik ben geen motivator, ga mensen niet overtuigen. Spelers krijgen vanzelf in de gaten wat goed voor ze is. Als ze niet geïnspireerd zijn, vind ik dat prima. Aan het eind van het jaar hanteer ik de bijl."

Om in Rotterdam volgens zijn visie te kunnen werken, moest Verbeek al voor de eerste training aan de slag. Onder zijn leiding kreeg de verouderde Kuip een facelift. Verbeek bedacht zelf hoe de kleedkamer en de ruimte voor het krachthonk eruit moest zien. "Het is niet zo dat Feyenoord het mij naar de zin heeft willen maken," nuanceert hij. "De directie was al aan het veranderen. Ik heb adviezen gegeven."

Over het resultaat is Verbeek, die de kleine hokjes in het stadion zag veranderen in een grote, lichte ruimte, tevreden. Feyenoord heeft een aardige inhaalslag gemaakt. Zo is de kleedkamer tegenwoordig voorzien van wisselbad en infrarood-sauna. Centraal tussen de lockers staat een beamer. Verbeek kan binnenkort een groot scherm uit het plafond trekken om in de rust te kunnen laten zien wat er in de eerste helft fout ging.

De kleedkamer loopt door in het krachthonk. "Hier kun je probleemloos met twintig man werken. In het vorige krachthonk was het met vier mensen al druk. Omdat het één ruimte is, kunnen spelers contact met elkaar houden. Alles oogt frisser en er is overal daglicht."

Dat geldt ook voor de gerenoveerde trainerskamer. "Ik ga niet de hele dag in een bedompt hok zitten. De tijd dat je voor de trainer een stoel en een tafel in de kleedkamer neerzette, is geweest."