Feyenoord wil niet deelnemen aan de nieuwe Landelijke Divisie, een competitie tussen de Jupiler League en de Topklasse mét promotieregeling. De Rotterdammers vinden het kostenplaatje te duur en starten een eigen beloftencompetitie met tien eredivisieclubs en vijf clubs uit de tweede divisie.
Technisch directeur Martin van Geel legt het in De Telegraaf uit: ''Vanaf 2016 moet een club een volledige selectie op de been brengen. Wij hebben minder contractspelers dan de andere topclubs in de eredivisie. We moeten een aparte technische en medische staf optuigen en ook de accommodatie ervoor inrichten. Bij de weerstand van de tegenstanders uit de topklasse plaatsen we onze vraagtekens''
Feyenoord moet ook één miljoen betalen aan instroomkosten en de club weet dat de entourage niet groot zal zijn. ''Ik zie wedstrijden met slechts 300 man publiek. Die ga je in de tweede divisie ook krijgen.'' Daarnaast zijn de speeldata in het weekend niet gunstig, want dan kan de technische staf hun eigen spelers niet bekijken. ''Dat lukt niet als het beloftenteam op dezelfde tijd speelt als het eerste elftal. De beste spelers zitten dan op de bank bij het eerste en spelen weer niet bij de beloften.''
Plaats reactie
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties