Beelen teleurgesteld: ''We hebben zeker een kans laten liggen''

Ondanks het verlies na strafschoppen tegen AS Roma kan Thomas Beelen terugkijken op een geslaagd uit-debuut in de UEFA Europa League. De jonge centrale verdediger heeft 120 minuten lang Romelu Lukaku van het scoren afgehouden. Pas in de extra tijd van de tweede helft van de verlenging kwam de Belg in scoringspositie. Uiteindelijk is de geboren Harderwijker tevreden.

In gesprek met RTV Rijnmond legt hij uit hoe hij naar de wedstrijd heeft gekeken. Daarbij geeft hij aan in eerste instantie zijn eigen prestatie niet te overschatten. ''Tot nu heb ik daar nog niet zo over nagedacht eigenlijk. Tuurlijk voel je wel dat het goed ging. Samen met David hebben we dat goed opgelost denk ik. Buiten het laatste moment om. Maar op dit moment haal ik daar niet echt iets goeds uit, ben ik niet mee bezig.''

Vervolgens ziet Beelen in dat de Rotterdammers niet kansloos waren en zich hadden kunnen plaatsen voor de volgende ronde. ''Als je tot penalty’s komt, heb je sowieso een goede kans om ze te verslaan. We hebben zeker een kans laten liggen, ja. Persoonlijk ben ik niet vatbaar voor provocatie. Dat hoort er natuurlijk een beetje bij, dat gebeurt over en weer. Daar heb ik niet veel last van gehad.''

''Ik sta hier uiteindelijk met een heel vervelend gevoel. Het was geen mooie wedstrijd van beide kanten, we hebben veel de lange bal moeten spelen. Ze zetten ons vroeg vast. We hebben het daarna oké gedaan en gevochten met zijn allen. Ik denk dat wij in de verlenging, buiten dat ze in de laatste minuut nog twee kansen krijgen, iets meer de overhand hadden. Misschien hadden we toen iets meer moeten drukken.''

Feyenoord begon nog uitstekend aan de wedstrijd met een doelpunt van Santiago Gimenez. "Hij lag er heel snel in. Ik heb niet eens gezien hoe die binnenviel eigenlijk. We kregen hem alleen heel snel tegen, dat is heel jammer. Anders kon je anders verder spelen. Nu scoren ze gelijk weer, en dat was onnodig. Het begon goed en het is verschrikkelijk geëindigd. Het voelde achterin niet alsof wij alleen maar aan het overleven waren."