Slot: ''Dan zit ik me toch weer een klein beetje op te vreten''

Het duurde even voordat Arne Slot na afloop van de wedstrijd tegen Almere City aanwezig was om de pers te woord te staan. Journalist Hans Kraay jr. vraagt aan de trainer van Feyenoord waarom het zo lang duurt en of hij al was begonnen met de wijn.

"Eerst wachten wij heel lang voordat de laatste speler binnen is, omdat die altijd nog heel lang met ESPN moet praten'', lacht Slot. ''Als die dan binnen is, zeg ik nog wat tegen de jongens. Dan hoop je dat ze die dingen daarna ook tegen jullie zeggen. Dan ga ik naar boven en wacht ik tot onze perschef naar me toekomt, en dan volg ik hem netjes naar jou toe, Hans."

Daarna gaat Slot serieus in op de derde wedstrijd van Feyenoord in de Eredivisie. De trainer maakte zich vooraf zorgen over een aantal aspecten in het spel van zijn team. ''Vandaag heb je ook gezien waar ik me zorgen over maak. De eerste helft scoor je uit de eerste vier grote kansen drie keer. We geven over het algemeen weinig weg. Ook vandaag niet, op twee goede momenten van Almere in de eerste helft na. Dan zit ik me in de tweede helft toch weer een klein beetje op te vreten.''

''Dat we 812 schoten op doel hebben gehad, maar twee standaardsituaties en een penalty nodig hebben gehad om te scoren. De eerste en enige keer dat Almere een schot op doel heeft, gaat die er gelijk in. Ik vind het nog steeds dat wij onszelf zo verschrikkelijk tekortdoen en ons goede veldspel niet belonen. We komen zo vaak in de eindfase, zijn zo dominant en spelen zo goed voetbal tussen beide zestienmetergebieden in.''

''Dan komen we in de eindfase en dan vind ik, als je in de tweede helft zo verschrikkelijk veel beter bent, en je bent eigenlijk afhankelijk van twee standaardsituaties en een strafschop, het veel te karig voor het overwicht dat je hebt. Ik vind ook dat je uit je veldspel tot doelpunten moet komen'', concludeert de trainer in gesprek met ESPN. ''Waar ik heel tevreden over ben, is de 1-0 en de 2-0, die rechtstreeks van het trainingsveld lijken te komen, zou ik bijna zeggen.''