Beenhakker stapte twee jaar geleden noodgedwongen op als technisch directeur van Feyenoord, en de wond van het gedwongen vertrek is nog steeds niet geheeld. Wel volgt hij de club op de voet; thuis vanaf de bank, want in De Kuip komt hij niet meer. Wekelijks ziet de voormalige succestrainer wat eraan schort. ‘Ik herken veel talent, maar geen hiërarchie’, zegt Beenhakker.
‘Ik mis dragende spelers. Die hadden wij in 1999 wel. Als het even niet liep, kregen jongens als Jean-Paul van Gastel en Paultje Bosvelt schuim op hun bek en haalden ze door. Die karaktereigenschap zit te weinig in dit Feyenoord. PSV heeft het wél, met Mark van Bommel, die zijn hele carrière al zo is, en ook met Kevin Strootman. Die loopt niet zo lang mee, maar zijn boodschap komt aan. Als Stefan de Vrij bij Feyenoord iets zegt, geloof ik niet dat bij iedereen de schrik in de benen slaat. Hij zal dat moeten ontwikkelen.’
Om kampioen te kunnen worden, is dit Feyenoord structureel nog te jong, meent Beenhakker. ‘En dus te wispelturig. Zo is jeugd, qua kleding, muziek en haardracht. De ene dag is het dit en de andere dag weer wat anders. Zie je terug op het veld: het is niet constant. Ik kan me voorstellen, dat dit frustrerend is voor Ronald Koeman.’ Volgens Beenhakker is Koeman wel de juiste trainer van Feyenoord. ‘De beste die ze na het vertrek van Mario Been hadden kunnen nemen.’
‘Als Koeman zegt: “Geef ons nog twee jaar”, dan heeft hij gelijk. Alleen, zo zaten wij twee jaar geleden ook, met Fer, Wijnaldum, Cabral en Castaignos. Maar wat als na dit seizoen De Vrij of Martins Indi vertrekt? Als je dat dan opvangt met weer twee jonge gasten, begin je weer van voor af aan en blijft Ronald Koeman elke jaar tegen dezelfde problemen aanlopen.’
Plaats reactie
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties