Feyenoord heeft met grote droefenis kennis genomen van het overlijden van Henk Schouten. De oud-aanvaller, die van 1955 tot 1963 bij Feyenoord speelde en afgelopen maandag 86 jaar werd, overleed woensdagavond. De voormalig doelpuntenmaker en misschien wel grootste grappenmaker uit de historie van Feyenoord leed al enige tijd aan alvleesklierkanker, maar de herinneringen aan vroeger nam de vreselijke ziekte hem mooi niet af.
Jonge god
Snel nadat Henk Schouten in december 2016 het verontrustende nieuws te horen kreeg dat er bij hem alvleesklierkanker was geconstateerd, klopte hij aan bij prof. dr. Casper van Eijck. De clubarts van Feyenoord en voorman van de campagne ‘Support Casper’ was heel eerlijk, vertelde Schouten in 2017 in het Feyenoord Magazine. ‘Het goede nieuws was dat er geen uitzaaiing was’, vertelde Schouten toen. ‘Anders was het snel afgelopen geweest. Casper zei: “Ik kan je niet beter maken, maar ik kan wel veel voor je doen. We hebben een nieuwe methode en dan kunnen we het verschrompelen”. Dus daar hoop ik maar op’, zei Schouten, die ondanks zijn verschrikkelijke ziekte nog als een jonge god oogde.
Dat kwam mogelijk door de behandelmethode van Casper, maar misschien had Schoutens karakter net zo goed een heilzame werking. Hij was misschien wel één van de grootste grappenmakers uit de historie van Feyenoord, goed in het tappen van een mop op ieder moment van de dag, en tot op late leeftijd altijd onderweg, bezig of druk. Bij mooi weer ging hij vissen, geregeld bezocht hij een feestje of receptie en iedere vrijdagochtend nam hij met een vaste groep vrienden de week door.
‘De jaren gaan nu wel erg hard’
‘De tijd vliegt’, zei Schouten – die zichzelf omschreef als ‘een technische voetballer, met een neusje voor de goal’ - al in 2013 in een interview in het Feyenoord Magazine. ‘Een week is niks meer, een maand ook niet. Als ik naar mijn leeftijd kijk, denk ik toch soms: gatverdamme. Toen ik vijftig of zestig was, dacht ik er nooit over na dat het op een dag zomaar afgelopen kon zijn. Maar nu ik de tachtig ben gepasseerd is dat anders, de jaren gaan nu wel erg hard. Dat vind ik jammer.’
Schouten nam echter dikwijls de tijd om terug te blikken op zijn mooie jaren als voetballer bij Feyenoord en Excelsior. ‘Eigenlijk ben ik een zondagskind’, merkte hij ooit op. ‘Ik heb zoveel mooie dingen meegemaakt: topscorer, tweemaal kampioen geworden, Europacup-wedstrijden gespeeld, tegen Pelé en Eusebio gevoetbald… De Grote Faas Wilkes, die zelf bij Inter Milan en Valencia heeft gespeeld, zei een keer tegen me: “Ik ben jaloers op jou, Henk”. “Hoezo dan?”, vroeg ik. “Jij bent kampioen geworden! Ik nooit!”’
Negen goals tegen De Volewijckers
De mooiste titel was wellicht die in 1961, toen Feyenoord na 21 jaar wachten weer kampioen werd. Het was voor Feyenoord de eerste landstitel in het betaalde voetbal en Schouten scoorde in de kampioenswedstrijd. ‘Maar waar ik ook kom, op de markt of in een restaurant, altijd beginnen ze over die negen goals die ik tegen De Volewijckers heb gemaakt’, diste Schouten in 2017 een ander historisch hoogtepunt uit zijn rijke profloopbaan op.
‘Tuurlijk, dat was best bijzonder, maar ik ben ook trots op de goals die ik in de twee kampioenswedstrijden heb gemaakt of die ene tegen Willem II, toen ik zeven man passeerde, doelman Feijt, een dienstmaatje van me, uitkapte en de bal over de doellijn wandelde. Het was 7-1, maar het publiek stond op de banken en ’s maandags stonden de kranten er vol van.’
Plaats reactie
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties